Verkeersinstituut VIAS kreeg van minister van Mobiliteit Georges Gilkinet (Ecolo) de opdracht om een proefproject op te zetten rond het hoffelijkheidslicht. Dat nieuws kreeg Kamerlid Jasper Pillen die hierover een wetsvoorstel indiende. "Ik ben bijzonder tevreden dat een proefproject opgezet wordt, dit is een belangrijke en noodzakelijke stap richting de uitrol van het hoffelijkheidslicht. Noodzakelijk, want we moeten dit goed onderzoeken."
Het hoffelijkheidslicht is een niet blauw gekleurd zwaailicht, zonder geluidshoorn, die door de brandweervrijwilliger gebruikt kan worden om zich in een noodgeval naar de kazerne te begeven. Het zal de brandweervrijwilliger die met zijn/haar eigen voertuig onderweg is om noodhulp te verlenen bij een brand of een ongeval herkenbaarheid geven in het verkeer.
Pillen: "Andere weggebruikers krijgen zo de kans om vrije baan te geven aan de vrijwilligers en extra hoffelijk te zijn ten aanzien van hen."
Herkenbaarheid
Want een voertuig met een hoffelijkheidslicht wordt geen prioritair voertuig, het beschikt namelijk niet over een sirene. De wegcode moet door een betrokken vrijwilliger nog steeds gevolgd worden. “Het gaat om de herkenbaarheid”, benadrukt Pillen. "Weggebruikers willen een vrijwilliger die op weg is naar een ramp zonder twijfel vlotte doorgang verlenen, maar kunnen die vrijwilliger op vandaag niet herkennen. Dat leidt tot frustratie bij de vrijwilliger - die zich logischerwijze haast - en de andere weggebruikers.
In Canada bestaat dergelijk hulpmiddel intussen al even en wordt een groen licht gebruikt. Nadat adviezen opgevraagd werden, waaronder ook aan de minister van Mobiliteit, wordt dus nu een proefproject opgezet door verkeersinstituut VIAS. “Ik was als initiatiefnemer zelf ook vragende partij voor een proefproject, om na te gaan wat de impact van dergelijk hoffelijkheidslicht is op andere weggebruikers en het verkeer in het algemeen." aldus Pillen, die pleit voor een uitgebreid onderzoek op verschillende plaatsen in ons land.
Pillen is tevreden met de aankondiging van de Minister. Het is nu uitkijken naar de praktische details en de modaliteiten van het onderzoek van VIAS, alsook naar de locaties van het proefproject.